Van roestend staal naar Afrika’s grootste houtpelletfabriek
Na ruim vijf jaar betrokkenheid bij het Coega Biomass Centre, een houtpelletfabriek in Zuid-Afrika, draagt CEO Emiel Hanekamp het stokje over. In dit interview vertelt Hanekamp hoe de fabriek in deze periode van een bonk roest veranderde in een impact makende faciliteit met 70 werknemers.

Wanneer hoorde je van het bestaan van deze pelletfabriek?
Tijdens een bijeenkomst bij RVO werd gevraagd wie een missie op het gebied van biomassa en afval naar Zuid-Afrika zou willen leiden, onder het Partners in Business (PIB)-programma. Ik stak direct mijn hand op en iemand anders deed dat ook. Dat bleek Werner Euler te zijn; een Zuid-Afrikaan die in Nederland woont. Zodoende gingen we voor het eerst samenwerken. Werner had de pelletfabriek al bezocht en dacht dat er potentie was om hem nieuw leven in te blazen.
Hoe zag de fabriek eruit toen je hem voor het eerst bezocht?
In November 2019 stapte ik daar voor het eerst naar binnen. Het was een oude fabriek, die tien jaar niet gebruikt was. Gras groeide door het asfalt, je zag overal roest. Het Coega Biomass Centre was in 2011 gebouwd en slechts een jaar in gebruik geweest. Er waren zes werknemers blijven werken om te zorgen dat de faciliteit niet al te veel aftakelde. Het bleek een voordeel dat de meeste machines slechts een jaar gedraaid hadden en het nog deden.
Waarom wilden jullie een houtpellet fabriek opknappen?
Het ging ons in principe juist helemaal niet om de fabriek: maar om het opwekken van duurzame energie door het benutten van invasieve boomsoorten. De fabriek is daarbij het middel, niet het doel. Het doel was om impact te maken op natuurherstel in Zuid-Afrika door iets te doen met de invasieve bomen, en op het produceren van houtpellets die als vervanging voor houtskool kunnen worden ingezet. Het betreft hier de grootste houtpelletfabriek van Afrika: met een capaciteit van 90.000 tot 100.000 ton pellets per jaar. De enige andere grote fabriek staat ook in Zuid-Afrika en produceert op jaarbasis 30 duizend ton.

Hoe ingewikkeld is de technologie eigenlijk?
Het productieproces lijkt simpel: hout versnipperen, drogen en tot pellets persen. In werkelijkheid is het veel complexer door het gebruik van verschillende houtsoorten, vochtigheid en hardheid. Het is meer dan bomen in een versnipperaar gooien. Je hebt trommeldrogers, hamermolens en pelletiseermachines nodig. Bovendien gelden strenge internationale normen voor gebruik van hout (FSC), en eigenschappen zoals formaat, sterkte, asgehalte en chemische samenstelling van pellets. Wat het moeilijk maakt is dat we allerlei boomsoorten door elkaar gebruiken, terwijl veel andere pelletmakers gekweekte bomen van hetzelfde soort gebruiken. Van tevoren dachten we: hoe moeilijk kan het zijn? Soms is het maar beter om niet alles vooraf te weten, anders begin je nergens aan. We stapten er in met een gezonde dosis overmoed.
Hoe ziet de fabriek er nu uit?
Toen we begonnen waren er zes mensen en een vervallen fabriek. Nu zijn er 70 directe medewerkers en nog eens 80 tot 100 mensen die invasieve bomen rooien in het veld. De fabriek draait en we gaan in 2026 ongeveer 75.000 ton produceren. Dat kunnen we later nog verder opschalen.
Zijn er wel voldoende invasieve bomen aanwezig?
Jazeker, dat is het allereerste dat we onderzocht hebben toen we plannen begonnen te maken voor het doorstarten van het Coega Biomass Centre. In de Oostkaap staan naar schatting 60 miljoen ton invasieve soorten. De overheid wil daar graag van af, omdat deze soorten veel te veel grondwater gebruiken en een negatief effect hebben op het ecosysteem. Een deel is moeilijk bereikbaar, maar er groeit elk jaar meer bij. De aanvoer is dus geen probleem.
Met welk gevoel neem je afscheid?
Na zes jaar is het tijd. Mijn rol was om op te zetten, niet om te leiden. We hebben mijlpalen bereikt en iets groots neergezet, ook al duurde het langer dan gedacht. Ik kan het met een gerust hart overdragen aan het huidige management en weer andere projecten voor Partners for Innovation gaan doen, want het fundament van het Coega Biomass Centre staat stevig.
Meer weten?
Neem contact
met ons op!