SUP blog 3: Irritant detailniveau
‘Irritant gedetailleerde regelgeving is soms helaas nodig om een verandering in gang te zetten.’ Deze recente uitspraak van Diederik Samson tijdens het 10-jarig jubileum van het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken (KIDV) illustreert de dilemma’s die spelen bij de invoering van de SUP, ofwel de single-use plastics regelgeving.
Door Siem Haffmans
‘Het bedrijfsleven heeft voldoende tijd gehad om het probleem van zwerfafval en plastic in de oceanen aan te pakken, maar is daar niet in geslaagd. Daarom wordt nu strenge regelgeving ingevoerd om het gebruik van eenmalig plastic producten met een hoog risico op zwerfafval te beperken en verminderen.’
De SUP-regelgeving wordt in een aantal stappen ingevoerd. Het begon in 2021 met de botte bijl. Een aantal plastic producten werd verboden die vaak in het zwerfafval terecht kwamen. Denk aan plastic rietjes, borden, bestek, roerstaafjes en ballonstokjes. Een duidelijk signaal, maar het gevolg is dat we nu vaak ons eten en drinken met houten bestek en kartonnen rietjes geserveerd krijgen. Of dit daadwerkelijk een milieuwinst oplevert valt te betwijfelen, maar de hoeveelheid plastic zwerfafval vermindert wel.
Als volgende stap is er sinds 5 januari van dit jaar producentenverantwoordelijkheid (UPV) ingevoerd op producten en verpakkingen die onder de SUP-regelgeving vallen. En daar begint de ‘irritantg edetailleerde’ regelgeving. Dit betekent namelijk dat merkeigenaren en importeurs van deze producten een bijdrage gaan betalen voor de kosten van opruimen, transport en verwerking van de onder deze richtlijn vallende verpakkingen met een plastic component in het zwerfafval.
Om duidelijkheid te bieden wat wel of niet onder de SUP-regelgeving valt, hebben wij samen met adviesbureau Rebel voor het ministerie van IenW een afwegingskader ontwikkeld met beslisbomen, definities en voorbeelden. In lijn met de EU-Richtlijn wordt onderscheid gemaakt in verschillende verpakkingstypes, zoals (vormvaste) voedselverpakkingen, (flexibele) zakjes en wikkels, drinkbekers, drankflessen en lichte plastic tasjes. Voor de eerste twee categorieën is er een aantal vragen om te bepalen of ze onder de SUP vallen: Is het bestemd voor directe consumptie? Wordt het product typisch vanuit de verpakking genuttigd? Kan het zonder verdere bereiding worden gegeten of gedronken? Verder speelt de portiegrootte een doorslaggevende rol om te bepalen of het onder de SUP valt. Het doel van dit ‘irritante detailniveau’ is om alleen producten met een hoog zwerfafvalrisico te belasten.
Vanaf juli 2023 moet er voor ‘take-away’ en bezorgen een meerprijs gevraagd worden voor het gebruik van eenmalige drinkbekers en vormvaste voedselverpakkingen. Dit om het gebruik te ontmoedigen en de reductiedoelen te halen. Daarnaast moet de exploitant van het uitgiftepunt een herbruikbare variant aanbieden. Via Afvalfonds Verpakkingen wordt het effect van deze reductiemaatregelen gemonitord.
Vanaf 1 januari 2024 zijn eenmalige kunststof verpakkingen en disposables voor consumptie op locatie verboden. Uitzondering hierop vormt het hebben van een goed werkend systeem van recycling waarmee kan worden aangetoond dat minimaal 75% van het materiaal weer terugkomt in een voedseltoepassing. Volgend jaar is het gebruik van kunststof verpakkingen en kartonnen bekers met een kunststof coating dus verboden voor consumptie binnen kantoren, pretparken en horecalocaties.
Kunt u het nog volgen?
Er verandert in ieder geval veel. Het gebruik van eenmalige kunststof verpakkingen gaat de komende jaren zeker afnemen. En onze gedragsverandering zal nog wel gepaard gaan met de nodige irritatie, maar over een paar jaar weten we niet beter.
Deze column is verschenen in Milieu Magazine van mei 2023.
Dit is de derde blog over de SUP-richtlijn. Lees ook de andere blogs:
Meer weten over de SUP-regeling? Lees onze themapagina of neem contact op met Siem Haffmans.